Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Deskundige

betekenis & definitie

v./m. (-n), persoon die door beroep of studie in het bijzonder bevoegd geacht kan worden tot het beoordelen van een zaak, expert: de deskundigen bij een examen.

In rechtzaken is een deskundige een persoon die door de rechter of door de partijen in een geding kan worden aangewezen bepaalde feiten of situaties te onderzoeken en te interpreteren.

In burgerlijke zaken is in Nederland de rechter bevoegd om op verzoek van partijen of ambtshalve, bij vonnis te bevelen dat onderzoek of gerechtelijke plaatsopneming door deskundigen zal geschieden (art. 222 BWv). Als partijen niet tot overeenstemming kunnen komen inzake de personen, benoemt de rechter drie deskundigen, op verzoek van partijen ook wel één enkele. De deskundigen worden beëdigd. Het rapport wordt, met adstructie, gezamenlijk opgesteld; conclusies worden met meerderheid van stemmen genomen. Bij verschil van inzicht worden de nuances in het rapport vermeld zonder persoonlijke aanduiding. De inhoud van het rapport is niet bindend voor de rechter en kan door partijen bestreden worden.

Niemand behoeft een benoeming als deskundige te aanvaarden. Een beëdigd deskundige kan echter bij in gebreke blijven aansprakelijk worden gesteld voor de gevolgen van zijn nalatigheid.

In strafzaken dient in Nederland de benoemde deskundige de door justitie gevorderde diensten te bewijzen (artt. 227, 296 WSv), maar hij kan bij weigering niet worden gegijzeld. Sinds 1955 kent de wet ook ‘vaste’ deskundigen.

België. In burgerlijke en koophandelszaken heeft het Ger. Wbk. van 1967 het vroeger opvallend gebrek aan eenheid en coördinering tussen tal van wetsbepalingen betreffende het deskundigenonderzoek verholpen door een eenvoudige regeling (artt. 962—991). Het beginsel is dat deskundigenonderzoek een facultatief voorlichtingsmiddel voor de rechter is. In sommige gevallen legt de wet echter dit onderzoek uitdrukkelijk op, b.v. ingeval van deling van onroerende goederen van een nalatenschap waarbij minderjarigen deelgenoten zijn (art. 466 BW); inzake vordering ingesteld door de verkoper van een onroerend goed tot rescissie van de verkoop wegens benadeling van meer dan in de verkoopprijs, waarvan het bewijs moet blijken uit een verslag van drie deskundigen (art. 1678 BW).

De keus van de deskundige (één of drie) staat aan partijen principieel vrij; de benoeming wordt door de rechter slechts verricht bij gebrek aan akkoord van partijen. Deskundigen kunnen door partijen gewraakt worden om dezelfde redenen als door de rechter (wraking). Zij vervullen hun opdracht onder toezicht van de rechter, die te allen tijde, ambtshalve of op verzoek, de verrichtingen kan bijwonen, samen met de daartoe opgeroepen partijen. De deskundigen leggen de door art. 979 Ger. Wbk. bepaalde eed slechts af bij het ondertekenen van hun verslag en vóór zijn neerlegging ter griffie. Anders is het verslag van rechtswege nietig; de rechter kan evenwel de gegevens aanvaarden als loutere inlichtingen . Hij is trouwens nimmer verplicht het advies van de adviseurs te volgen, indien het strijdig is met zijn overtuiging.

Vindt hij het verslag niet voldoende ophelderend, dan kan hij een aanvullend onderzoek door dezelfde, ofwel een nieuw door andere deskundigen bevelen. De deskundigen kunnen de vervulling van hun opdracht uitstellen totdat de meest gerede partij ter griffie een voorschot in consignatie heeft gegeven ter garantie van de betaling van hun honorarium en de vergoeding van hun kosten; in geval van betwisting bepaalt de rechter het bedrag van het voorschot. Dit laatste blijft in consignatie op de griffie totdat honorarium en kosten van de deskundigen definitief begroot zijn (art. 990 Ger. Wbk.).

In strafzaken kunnen in België de procureur des konings, de onderzoeksrechter, alsmede de hoven en rechtbanken, tot hun voorlichting, steeds een beroep doen op deskundigen. Volgens de wet van

3. 7.1957 leggen zij dezelfde eed af als de deskundigen in burgerlijke zaken. De overheid die een deskundige oproept bepaalt, telkens als dit mogelijk is, een termijn waarbinnen de opdracht moet voleindigd zijn en het verslag neergelegd; ieder onverantwoord uitstel bij de vervulling van de opdracht of bij de uitbrenging van het verslag brengt vermindering mee van de honoraria van de deskundigen (art. 2 KB 28. 12.1950). Wanneer de gevorderde deskundige een geneesheer is, met opdracht de aard en de omstandigheden van een misdaad of wanbedrijf te beoordelen, is hij verplicht aan deze vordering gevolg te geven; ingeval van niet gerechtvaardigde weigering of van nalatigheid, wordt hij met geldboete gestraft (art. 22 KB 31.5.1885).