Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Democratisch socialisten 1970

betekenis & definitie

(ds ’70), Ned. politieke partij, opgericht in 1970 door een aantal verontruste leden van de Partij van de Arbeid (pvda), onder wie de leden van de Tweede Kamer F.J.Goedhart en S.van Veenendaal-van Mechelen. De verontrusting gold m.n. de machteloosheid van de PVDA als oppositiepartij, haar radicalisering ten gevolge van het optreden van Nieuw Links en haar gebrek aan visie op de grote sociaal-economische problemen (inflatie).

De partij kreeg spoedig publiciteit ten gevolge van het toetreden van W. Drees jr. Voor de parlementsverkiezingen van 1971 deed DS ’70 een appel op de kiezers uit de middengroepen en riep zij op tot een politiek van bezuiniging van de overheidsuitgaven. De partij behaalde acht zetels en verwierf een sleutelpositie bij de kabinetsformatie. In het kabinet-Biesheuvel werden Drees jr. (Verkeer en Waterstaat) en De Brauw als minister opgenomen. Intern verschil van mening binnen het kabinet leidde er op 16.7.1972 toe, dat DS ’70 de regering verliet. Bij de op deze kabinetscrisis volgende nieuwe verkiezingen van nov. 1972 verloor de partij twee zetels.

In 1973 (kabinet-Den Uyl) werd DS ’70 oppositiepartij. Bij de gemeenteraads- en statenverkiezingen van 1974 werd, landelijk gezien, haar aanhang gedecimeerd. De partij was bovendien, vooral in 1974 en 1975, onderling verdeeld, o.a. ten aanzien van de taakopvatting van fractieleider Drees.