Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Degelijk

betekenis & definitie

bn. en bw. (-er, -st),

1. niet door fraaie uiterlijke schijn misleidend maar inderdaad zo dat het aan zijn bestemming geheel voldoet, dat men erop vertrouwen kan, goed, deugdelijk: degelijk fabrikaat; een degelijke voeding; onderwijs; een degelijke leiding; degelijke mensen, maatschappelijk betrouwbaar en in geen enkel opzicht buitensporig; geregeld en eenvoudig levend; een degelijk handwerksman, die zijn werk in de grond verstaat; een boek, waar men iets uit kan leren; een degelijke positie; als bw. werken;
2. een stuk, ferm, groot; als bw.: duchtig: ik heb hem eens onder handen genomen;
3.in de verbinding wel degelijk, stellig (als antwoord op een bestrijding): ik heb hem degelijk gezien; ik meen het waarlijk.