[Fr. débit, verkoop, afzet], o.,
1. in het algemeen capaciteit of vermogen;
2. afzet of omzet van waren: dat boek zal een groot debiet hebben, veel kopers vinden;
3. opbrengst of produktie van b.v. een olieveld;
4. (hydrologihet aantal m3 dat in een rivier per sec. op een bepaalde plaats voorbijstroomt; (geohydrologide hoeveelheid water die per tijdseenheid kan worden onttrokken aan een watervoerende laag bij een gestabiliseerd drukverval rond een winningsput.