algemene titel van de geestelijk leider van alle boeddhisten die aanhangers zijn van het lamaïsme en die in hem de incarnatie van de als god vereerde bodhisattva Avalokitesvara zien. In het midden van de 17e eeuw werd de dalai lama tevens wereldlijk heerser over Tibet.
De hoofdstad Lhasa was zijn zetel. Volgens het geloof van de lamaïsten wordt de dalai lama bij het sterven dadelijk herboren als kind. Daarom heeft er bij de dood van een dalai lama onder de Tibetaanse pasgeborenen een, soms langdurig, zoeken naar de nieuwe incarnatie van de dalai lama plaats. Naast de dalai lama kent het lamaïsme als incarnatie van een hoger wezen ook nog de pansjen rimpoche (pansjen lama) die zijn zetel in het klooster Tasji heeft. Van oudsher bestaat tussen beiden een rivaliteit, die versterkt wordt door binnenlandse politieke tegenstellingen en door buitenlandse invloeden. Tot het meerderjarig-worden van een dalai lama regeert een regentschapsraad.
De huidige dalai lama week in 1959 onder Chinese druk uit naar India.
Litt. G.Schulemann, Gesch. der Dalai-Lamas (1958); H.E.Richardson, Tibet and its history (1962), De dalai lama, My land and my people (1962); G.Tucci, Die Religion Tibets (1970).