Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Dagvaarding

betekenis & definitie

v. (-en), mededeling aan een gedaagde of verdachte, getuige of deskundige (bij deurwaardersexploot) dat hij op een bepaald tijdstip voor de rechter moet verschijnen, onder mededeling van hetgeen aldaar van hem verlangd zal worden en door wie (e); dit exploot zelf: in strafzaken bevat de de tenlastelegging.

privaatrecht. Ieder geding neemt met een dagvaarding bij deurwaardersexploot een aanvang, behoudens de op deze regel bestaande uitzonderingen. Het exploot van dagvaarding moet behelzen:

1
.dag, maand en jaar, voornaam, naam en woonplaats van de eiser, met opgaaf van de door hem gekozen woonplaats in de gemeente, waar de rechter zitting houdt;
2. voornaam, naam en woonplaats van de deurwaarder, naam en woonplaats van de gedaagde, en de vermelding van de persoon, aan wie afschrift van het exploot is gelaten; indien de eisende of verwerende partij een rechtspersoon of vennootschap is, zal haar benaming in de plaats van naam en voornaam moeten worden uitgedrukt;
3. zowel de rechtsgronden als de feitelijke grondslagen van de eis met een duidelijke en bepaalde conclusie;
4.de aanwijzing van de rechter, die van de zaak moet kennis nemen;
5. dag en uur, waarop de gedaagde in rechte moet verschijnen;
6. (in België) de kosten.

Een dagvaarding in hoger beroep behoeft niet de middelen of grieven tegen het bestreden vonnis te bevatten; deze kunnen in de conclusie van eis of memorie van grieven worden aangevoerd. Een dagvaarding in cassatie daarentegen moet een omschrijving geven van de middelen, waarop het beroep steunt. De bij dagvaarding ingestelde eis en de gronden daarvan kunnen later in het geding worden gewijzigd volgens art. 134 Ned. WBv. In de regel heeft men geen machtiging nodig om door dagvaarding een procedure te beginnen. Uitzonderingen hierop gelden o.a. voor de voogd (machtiging kantonrechter, art. 349 Ned.

BW) en voor de echtgenoot, die een eis tot opheffing van de gemeenschap van goederen wil instellen (verlof president rechtbank, art. 804 Ned. WBv). In bepaalde gevallen moet dedagvaarding binnen een zekere termijn worden uitgebracht, zoals bij het doen van verzet, het instellen van hoger beroep of beroep in cassatie of van een eis tot vanwaardeverklaring van een gelegd conservatoir beslag. Een dagvaarding, die niet aan de wettelijke eisen voldoet, zal kunnen en soms moeten worden nietig verklaard. Tegen een niet verschenen gedaagde kan dan geen verstek worden verleend. In België kan echter volgens art. 863 Ger.

Wbk. de nietigheid van dagvaardingsexploot of rechtsplegingsakte aanvaard worden indien de vormvereisten niet werden nageleefd, zelfs indien de gedaagde partij hier geen schade door leed. strafrecht. In strafzaken is dagvaarding, ook wel tenlastelegging genoemd, de oproeping van de verdachte om voor de rechter te verschijnen, in eerste aanleg uitgebracht door de officier van justitie. Deze moet behelzen een opgave van het feit, dat ten laste wordt gelegd, met vermelding omtrent welke tijd en waar ter plaatse het begaan zou zijn, en tevens de vermelding van de omstandigheden, waaronder het feit zou zijn gepleegd (art. 261 Ned. WSv; artt. 146, 184, 188 en 208 Belg WSv). De dagvaarding bepaalt de omvang van het geding: de verdachte kan alleen veroordeeld worden voor het in de dagvaarding omschreven strafbare feit. De officier van justitie kan echter ter zitting, vóórdat hij voor de eerste maal het woord voert, schriftelijk aanvulling van de dagvaarding vorderen, welke aanvulling alleen kan worden toegestaan wanneer geen ander feit wordt telastegelegd (art. 313 Ned.

WSv). In Nederland kan verdachte een bezwaarschrift indienen tegen de dagvaarding, waardoor deze vervalt. De rechtbank in raadkamer beslist dan of verdachte naar de terechtzitting moet worden verwezen, dan wel of de rechtbank onbevoegd is of dat de vervolging wordt gestaakt. In België kent men dergelijk bezwaarschrift niet.