Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Cycloop

betekenis & definitie

[Gr. kuklops, rondoog], m. (cyclopen),

1. in de Griekse mythologie reus met één rond oog in het midden van het voorhoofd;
2. éénoog;
3. klein zoetwaterkreeftje. Bij de Griekse dichter Hesiodos zijn de cyclopen de drie zonen van Ouranos en -Gaia, die aan Zeus de donder en de bliksem schonken in zijn strijd tegen Kronos. Homeros schildert ze als een ruw, schapenfokkend reuzenvolk, dat in het verre westen leeft zonder enige beschaving of wetten. Een van hen is de menseneter Polyfemos, zoon van Poseidoon, die een rol speelt op Odysseus’ zwerftochten. Later hield men Sicilië voor woonplaats van de cyclopen en maakte men hen tot dienaren van Hefaistos, die in of nabij de Etna zijn smidse had. cyclopische muur.

< >