[Lat.], o. (-la), slaapvertrek of van een rustbed voorziene woonkamer in het Oudromeinse huis; in het christelijk spraakgebruik een grafkelder in de catacomben; ook de koningsloge in het amfitheater.
Aan het gewelf hingen lampen; ook stonden deze vaak op consoles. Meestal waren het familiegraven, waarin ook martelaren bijgezet werden, wat aanleiding gaf de cubicula later als kapellen te gebruiken.