eigenlijk: Müller, of: Sunder, Duits schilder, 7.10.1472 Kronach, ♱16. 10.1553 Weimar. Cranach was een van de belangrijkste schilders van de Duitse Reformatie.
Van ca. 1500-04 verbleef hij in Wenen, waar hij een groot aantal bijbelse taferelen, portretten en heiligenlevens schilderde. Van 1502-03 maakte hij deel uit van de t-Donauschool. Zijn stijl in deze jaren valt op door de sterk persoonlijke inslag, het realisme en het vaak warme koloriet. Bekend zijn de Kreuzigung (1503, Alte Pinakothek, München) en Ruhe auf der Flucht (1504, Staatl. Museen, West-Berlijn). In 1505 werd Cranach hofschilder van de keurvorsten van Saksen.
Na zijn vestiging in Wittenberg werkte hij in een geheel andere trant, die lange tijd niet als van hem werd herkend. Langzamerhand ontstond de specifieke ‘Saksische Cranachstijl’, die zich kenmerkte door een harmonische maar vlakdecoratieve compositie en door soepele vormen. In het grote atelier van de Cranachs in Wittenberg werden ook veel houtsneden en etsen vervaardigd. Als graficus is Cranach vooral belangrijk voor de ontwikkeling van de clair-obscurhoutsnede.
LITT. M.J.Friedlander en J.Rosenburg, Die Gemalde von L.Cranach (1932); T.L.Giershausen, Die Handzeichn. L.Cranachs (1936); H.Posse, L. Cranach (1942); H.Lüdecke, L.Cranach der Alt. im Spiegel seiner Zeit (1953); P.Descargues, L.Cranach le Vieux (1959); J.Rosenburg, Die Zeichn. Cranachs des Alt. (1960); E.Ruhmer, Cranach (1963); W.Schade, Die Malerfamilie Cranach (1974).