Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Conversie

betekenis & definitie

[Lat.], v. (-s),

1. omzetting van het ene effectentype in het andere;
2. (recht) van de bewijslast, omkering daarvan door aan een partij het bewijs op te leggen van iets dat naar de wet door de tegenpartij zou moeten worden bewezen (art. 3.2.8 Nieuw Ned. BW);
3. het verschijnsel dat een oorspronkelijk psychisch conflict wordt omgezet in een lichamelijk symptoom.

economie. Conversie wordt vooral gebruikt als obligaties van een bepaald rentetype worden omgewisseld tegen die van een ander rentetype (conversie-emissie). Men onderscheidt vrijwillige en gedwongen conversie. Gedwongen conversie kan feitelijk alleen de staat toepassen. Vrijwillige conversie heeft veelal plaats indien de schuldenaar, doordat zijn kredietwaardigheid is toegenomen, of door daling van de rentestand, tegen lagere rente geld kan lenen. Hij geeft dan aan de houders van de obligaties de keuze tussen renteverlaging of aflossing van de stukken.

Een dergelijke vrijwillige conversie is natuurlijk alleen mogelijk indien zij niet bij het aangaan van de oorspronkelijke lening uitdrukkelijk of stilzwijgend is uitgesloten. Opwaartse conversie komt eveneens voor, meestal uit overwegingen van monetaire en/of budgetaire aard, waarbij houders van staatsschuld tegen aflossing van de oude lening kunnen inschrijven op een nieuwe lening met gunstiger condities. Een andere vorm van conversie is de omwisseling van zgn. converteerbare obligaties in aandelen; bij deze obligaties staat immer voor de geldgever de keuze open om of met een vaste rente genoegen te blijven nemen, òf op een toekomstig tijdstip de obligatie in te wisselen tegen een aandeel, waarop dan uiteraard een wisselend dividend wordt uitgekeerd. Ook kent men converteerbare preferente aandelen, die in gewone aandelen kunnen worden omgewisseld.

psychiatrie. De term conversie werd door S. Freud ingevoerd, als kenmerkend voor een vorm van hysterie. Freud meende dat de aard van de lichamelijke functiestoornis (b.v. verlamming, spraakstoornis) een symbolische betekenis heeft ten aanzien van de inhoud van het psychische conflict.