Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-07-2019

communicatie (kommunikatie)

betekenis & definitie

[→Lat. communicare,gemeen hebben, delen in iets, meedelen], v. (-s), 1. mededeling, kennisgeving;

2. verkeersverbinding: een stoomboot voorziet in (onderhoudt) de — tussen die beide plaatsen; in — staan met; tactische de gemeenschap tussen de legerafdelingen onderling; strategische die van de legerafdelingen met het punt waarvan de operatie is uitgegaan;
3. gedragswijze van organismen, m.n. van mensen en dieren, waarbij sprake is van wederzijdse beïnvloeding (e).

(e) psychologie. Voortbouwend op het interactionele denken (→interactie) van de Amerikaanse psychiater H.→Sullivan en anderzijds steunend op ontwikkelingen van de formele informatietheorie, wordt de menselijke communicatie als invalshoek gekozen bij de psychologische studie van gedrag, m.n. sociaal gedrag, en bij het zoeken naar methoden om veranderingen in relationeel gedrag tot stand te brengen. Communicatie wordt dan ruim opgevat als: alle gedrag waardoor twee of meer personen elkaar beïnvloeden. Bateson, die als pionier van deze richting wordt beschouwd, maakt onderscheid tussen het rapporten het bevelaspect van de communicatie, waarbij het eerste duidt op de inhoud van wat meegedeeld wordt, het tweede een aanwijzing geeft hoe de ander op de inhoud dient te reageren. Hij wees er o.a. op dat deze twee aspecten van de communicatie hiërarchisch geordend zijn (als communicatie en metacommunicatie) en dat zij met elkaar in tegenspraak kunnen zijn. Van hieruit formuleerden Bateson c.s. een nieuwe hypothese omtrent de aard en het ontstaan van schizofrenie: de ‘double-bind’-hypothese. De bestudering van menselijke gedragingen vanuit het perspectief van de communicatie heeft de laatste jaren grote invloed gekregen op de verschillende vormen van →interactietherapie.

litt. Bateson en Ruesch, Communication, the social matrix of psychiatry (1951); Watzlawick enz., De pragmatische aspekten van de menselijke communicatie (1970).

sociologie.De communicatie wordt in de sociologie gezien als een systeem, dat aldus beschreven en geanalyseerd wordt. In het kader van de algehele samenleving spitst zich de interesse vooral toe op de in deze communicatie gebruikte middelen en de organisatie daarvan. Vanwege de enorme omvang waartoe de communicatie in de moderne maatschappij is uitgegroeid, wordt bij voorkeur gesproken van systemen, organisatie, invloeden enz. van de massacommunicatiemiddelen, de zgn. massamedia . In de loop van de ontwikkeling van het begrip communicatie tot een eigen sociologische thematiek is tevens de aandacht voor communicatie als fenomeen toegenomen en heeft men er de fundamentele betekenis van ontdekt voor het sociale gebeuren als zodanig. Vandaar dat, nauw verbonden met het taalverschijnsel, de nieuwere sociologische theorievorming zich vooral richt op de zingeving als grondstructuur van alle menselijk (samen)zijn en motief van al het historisch gebeuren in zijn onophoudelijke dynamiek. Het aldus op elkaar betrokken zijn van de communicatieaspecten: systeem en fenomeen heeft mede geleid tot een herleving van vroegere sociaal-wetenschappelijke theoretische oriëntaties zoals van M.Weber, G.Simmel, A. Schütz en H.Mead.

De formele analyse van communicatieprocessen is voor het eerst door de Amerikaanse wiskundige C. Shannon (The mathematical theory of communication, 1949) uitgewerkt. De wiskundige N.Wiener legde met zijn publikatie Cybernetics or control and communication in the animal and the machine (1948) de grondslagen van de →cybernetica, een kennisgebied dat de communicatieof meer algemeen de →informatietheorie zou gaan verrijken. Deze communicatietheorie is wiskundig statistisch van inhoud. De bedoeling is:

1. het ontwerpen van wiskundige criteria voor het meten en het verwerken van informatie;
2. het achterhalen van wiskundige wetmatigheden die communicatieen informatiesystemen beheersen.

Deze studies hebben hun nut bewezen voor vele andere wetenschappen. Nationaal en internationaal komt steeds meer de term communicatiewetenschap in zwang. litt. H.J.Prakke, De samenspraak in onze samenleving (1957); D.K.Berlo, The communication process (1960); J.T.Klapper, The effects of mass media (1961); A.Nieuwstraten, Het organiseren van de communicatie in het bedrijf (1967); J.Habermas en N.Luhman, Theorie der Gesellschaft oder Sozialtechnologie (1971); J.G.Stappers, Massacommunicatie (2e dr. 1973); Nan Lin, The study of human communication (1973).