Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-07-2019

Commerciële economie

betekenis & definitie

deelgebied van de economische wetenschap, nauw verweven met de bedrijfseconomie, dat zich bezighoudt met de problemen die voor produktiehuishoudingen rijzen bij de inkoop van de voor het produktieproces noodzakelijke produktiemiddelen op inkoopmarkten, maar vooral bij de afzet op de verkoopmarkten, die niet noodzakelijkerwijze de finale-consumentenmarkt behoeven te zijn. Men beperkt zich vaak tot de afzetproblematiek van ondernemingen die rechtstreeks of indirect aan de consumenten leveren.

De grenzen zijn echter vaag; er bestaat nauwe wisselwerking met bedrijfseconomie en algemene economie, terwijl ook psychologische en sociologische elementen worden ingevoerd. In het kader van de commerciële economie zijn verschillende onderdelen van de algemene economie in het bijzonder van belang, b.v. de theorie van de marktvormen (o.a. het oligopolie) en van het consumentengedrag. Ook methodieken van b.v. marktonderzoek zijn relevant. Bij het commerciële beleid hangt de afzet van een reeks van factoren af, exogeen (b.v. inkomstenverdeling), endogeen (produktprijs) en semi-exogeen (prijs van concurrerend artikel, die beïnvloed kan worden). De commerciële beleidsvraagstukken kunnen geformuleerd worden in termen van doelstellingen (b.v. een bepaald marktaandeel, een bepaalde winst enz.), uiteraard binnen de technische en financiële mogelijkheden gelegen, en instrumenten. Alle elementen van het commerciële beleid te zamen duidt men aan als de marketingmix.Deze bestaat uit het produktbeleid (onderverdeeld in artikelen assortimentsbeleid); het prijsbeleid (prijszetting van de produkten); het distributiebeleid (keuze ten aanzien van de afzetkanalen, inzake de wijze van stimulering van de verkoopinspanning van de tussenschakels); en het reclamebeleid.

Litt. A.Heertje, Elementaire comm. economie (1969); A.Heertje, Inl. tot de comm. economie (2e dr. 1970).