Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 22-07-2019

cijfer

betekenis & definitie

[→Arab. sifr, leeg; oorspr. nul], o. (-s),

1. vast teken dat dient om in een bepaald stelsel een bepaald aantal voor te stellen, getalmerk: een getal bestaat uit cijfers (e);
2. uitgedrukt getal: officiële, statistische cijfers; (fig.) een nul in het — zijn (van een persoon), niets te betekenen hebben; de cijfers groeperen (in begrotingen enz.), ze zodanig schikken dat ze minder afschrikken;
3. in een cijfer uitgedrukte maatstaf ter bepaling van de vlijt, vorderingen en het gedrag der leerlingen, ook bij examens en wedstrijden: hoge cijfers behalen;
4. geheimschrift: een stuk in —;
5. dooreengevlochten naamtekening, monogram.

(e) De volkeren der oudheid gebruikten cijfertekens om op min of meer eenvoudige wijze getallen voor te stellen. De Babyloniërs stelden de eenheid voor door een verticale wig in het cijferschrift, het tiental door de horizontale wig in het cijferschrift). Voor wetenschappelijke en sterrenkundige doeleinden werd een andere voorstellingswijze gebruikt waarbij 60 als grondgetal optrad. De Egyptenaren hadden in hun hiërogliefenschrift afzonderlijke tekens voor de termen van de schaal van het tientallig stelsel. De Grieken gebruikten de zgn. herodiaanse cijfers (naar de Byzantijn Herodianos, 200 n.C.). Daarnaast gebruikten de Grieken ook hun alfabet als cijferteken.

De Romeinen hadden een cijferstelsel, dat verwant is met het herodiaanse: 1 = 1, v = 5, x = 10, L = 50, c = 100, D = 500, M = 1000. Ons cijferschrift is van Indische oorsprong. Reeds vroeg hadden de Indiërs een positiesysteem voor getallen; omstreeks de 3e eeuw n.C. is waarschijnlijk de nul ingevoerd, doch een oorkonde waarin een nul optreedt, is pas uit 738 n.C. bekend. Van de Indiërs werd het getallensysteem door de Arabieren naar het westen overgebracht, en wel door de Abacistische School van Gerbert (940-1003). Daarna drong het gebruik van Indisch-Arabische cijfers langzaam door. Zij hebben verschillende ontwikkelingsfasen doorlopen, o.a. die van de zgn.

Westarabische Gobacijfers (na de 8e eeuw), waaraan de tegenwoordige cijfers reeds vrij sterk herinneren. Sinds de uitvinding van de boekdrukkunst is de huidige vorm van de cijfers weinig veranderd.

LITT. B.L.van der Waerden, Ontwakende wetenschap (1950).