Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 22-07-2019

chloor

betekenis & definitie

[Gr. chloros, bleekgroen],

1. o., symbool Cl, een scheikundig element (e);
2. m., chloorkalk, bleekpoeder; oplossing hiervan in water: het wasgoed staat in de -.

(e) scheikunde. Chloor is een zwaar geelgroen gas dat bij kamertemperatuur onder een druk van 0,6 N/mm2 (6 at) vloeibaar wordt. Het werd voor het eerst door C.W.Scheele in 1774 uit zoutzuur en bruinsteen bereid, en door H.Davy in 1810 als element onderkend.

Eigenschappen. Chloor behoort tot de halogenen; en is na fluor het meest elektronegatieve element. Reeds bij gewone temperatuur verenigt chloor zich met vele elementen, echter minder hevig dan fluor, en werkt in op vele verbindingen. Het reageert zeer heftig met waterstof (➝chloorknalgas) en met metalen onder vuurverschijnselen, b.v. met koper, fijn antimoonpoeder en met uitzondering van de platinagroep gesmolten in natrium. De metalen worden door chloor in chloriden omgezet. Op de reactie van chloor met water berust de blekende en desinfecterende werking van chloor en van preparaten die chloor ontwikkelen:

Cl2 + H20 ➝H+ + CL + HOCl.

Chloor is in water weinig oplosbaar, 2,681 chloorgas in 1 l water bij 15 °C, deze oplossing noemt men ➝chloorwater. Uit een verzadigde oplossing van chloor in water zetten zich bij 0 °C kristallen af van het octahydraat C12.8H20, een vaste oplossing van chloormoleculen in ijs (➝kooiverbindingen).

Chloor verdrijft de zwaardere halogenen uit hun verbindingen met metalen en waterstof: 2KI + Cl2 —* 2KCl + I2, deze reactie wordt gebruikt voor het aantonen van chloor; het vrijgemaakte jood kleurt zetmeel blauw. Chloorgas is giftig en tast zeer sterk de ademhalingsorganen aan.

Voorkomen. Chloor komt niet vrij in de natuur voor. Zeewater bevat 1,9 gewichtsprocent chloor, het is ook aanwezig in haliet, NaCl (y-steenzout). Buiten deze zoutafzettingen is chloor uiterst schaars in de vaste aardkorst aanwezig.

Bereiding. Technisch wordt het meeste chloor bereid door elektrolyse van keukenzoutoplossing. Chloor wordt ook verkregen uit chloorcalcium en chloormagnesium, afkomstig resp. van het Solvaysoda-proces en van de kalizoutfabricage. In het laboratorium wordt chloor bereid door de oxidatie van zoutzuur met bruinsteen of kaliumpermanganaat.

Toepassingen. In de chemische industrie wordt chloor toegepast als oxidatiemiddel. Verder wordt het gebruikt als bleek-en desinfectiemiddel, en bij de bereiding van vinylchloride en vinylideenchloride (uitgangsprodukten voor plastics) en in vele organische chloorderivaten. ➝insekticiden, ddt. landbouw. Als gevolg van inundatie of zoute kwel komt chloor soms in de vorm van keukenzout in de grond voor; verder als gevolg van het toedienen van chloorhoudende meststoffen (vooral kalizout). Ook regenwater bevat enig chloor. Het gebruik van chloorhoudend gietwater kan een te hoge zoutconcentratie in het bodemvocht in de hand werken.

Naast voor chloor ongevoelige gewassen, als granen, bieten en gras, zijn andere meer of minder gevoelig, vooral aardappelen, erwten, bonen, klaver, vlas, tabak en allerlei tuinbouwgewassen (groenten, vruchtbomen). Bij deze gewassen leidt overmaat aan chloor tot chloorschade, te herkennen aan karakteristieke symptonen in het loof en lagere opbrengsten. Ook bij bieten wordt de opbrengst soms ongunstig beïnvloed door chloor. Bij aardappelen wordt verder het zetmeelgehalte verlaagd.