m. (-apen), apengeslacht.
De capucijnerapen (Cebus) behoren tot de familie rolapen (zie breedneusapen). Dit geslacht telt vier soorten, verspreid over Midden- en Zuid-Amerika, van Honduras tot in Zuidoost-Brazilië. Het zijn de bekendste apen uit de Nieuwe Wereld, vooral door hun aanpassingsvermogen (klassieke orgeldraaiersaap!) en intelligentie (capucijnerapen zouden in leervermogen en intelligentie de mensapen zeer na staan). Alle capucijnerapen leven in groepen van verschillende grootte. De mimiek speelt in het sociale verkeer een grote rol. Het lichaam is maximaal 55 cm lang; de staart (zwakke grijpstaart) is ongeveer even lang.
De soorten worden onderscheiden door de koptekening, waaraan zij (benevens hun bruine kleur) hun naam danken. Hun voedsel bestaat goeddeels uit vruchten en insekten. Als dierentuinbewoners kunnen zij een hoge leeftijd (tot meer dan 30 jaar) bereiken, maar planten zij zich niet voort.
