(Sp.: Islas Canarias), Spaanse eilandengroep in de Atlantische Oceaan, 7273 km2, 1,2 mln. inw. De eilanden omvatten twee provincies met de gelijknamige hoofdsteden Santa Cruz de Tenerife en Las Palmas de Gran Canaria.
De eerste bestaat uit de eilanden Tenerife, Palma, Gomera en Hierro (Ferro); de tweede uit de eilanden Gran Canaria, Lanzarote en Fuerteventura met enkele kleine onbewoonde eilanden. De eilanden zijn van vulkanische oorsprong, wat blijkt uit de grote krateropeningen (calderas) op Gran Canada, Palma, Hierro en Tenerife, het eruptiemateriaal en uit de vulkaankegels (Pico de Teide, 3711 m). Er bestaat verschil tussen de oostelijke groep, die een continentaal klimaat heeft, en de westelijke, die een oceanisch klimaat bezit.De bevolking is een mengvolk van Guanchen (de oorspronkelijke bewoners), Berbers, Spanjaarden en Portugezen. Zij neemtsnel toe. De economie berust voor een belangrijk deel op het toerisme. Per jaar bezoeken meer dan 1 mln. mensen deze eilanden. De landbouw maakt export van bananen, vroege groenten, citrusvruchten, tabak en tomaten mogelijk. Veehouderij en visserij is er uitsluitend voor eigen behoefte.
De scheepvaart is van belang omdat de beide havens voor het Atlantische verkeer vooral betekenis hebben als bunkerstation. GESCHIEDENIS. Een Romeinse expeditie naar de Canarische Eilanden zou volgens Plinius de Oudere in 40 v.C. hebben plaatsgehad. De Arabieren bezochten de eilanden in de 13e eeuw; een Normandische ridder, Jean de Béthencourt kwam er in 1402 en verkreeg van Hendrik III van Castilië de titel van Heer van de Canarische Eilanden. Zijn neef Maciot en zijn broer Reynaud beheersten ze na hem. De eilanden waren lange tijd een twistappel tussen Spanje en Portugal.
Bij het Verdrag van Alcacova in 1479 werden de eilanden definitief aan Spanje toegewezen. Zij fungeerden als tussenstation voor Columbus op diens reizen naar Amerika. Op deze wijze werd een aantal dieren- en plantensoorten van de Canarische Eilanden naar dit continent overgebracht. In 1902 werd een opstand voor afscheiding van het moederland in bloed gesmoord.
LITT. P.de Panthon, îles Canaries (1964); C.Farinas en Arielli, Les Canaries (1966); G.Lambert, Canaries (1966); U.Riedel, Der Fremdenverkehr auf den Kanarischen Inseln (1971); J.Dominicus, Portret van de Canarische Eilanden (1972).
