Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Buitelen

betekenis & definitie

(buitelde, heeft en is gebuiteld), voor- of achterover over het hoofd omdraaien, tuimelen: voorover buitelen; kopje buitelen; al buitelende vallen: in het water, van een plank buitelen; (fig.) die koopman is gebuiteld, is over de kop, bankroet.