Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Breukelen

betekenis & definitie

Ned. gemeente in de prov. Utrecht, in de Vechtstreek, 33,91 km2 (klei, gedeeltelijk op veen), 10580 inw.; 35,0 % n.h., 23,5 % r.k., 11,7 % geref., 9,3 % overige en 20,5 % g. kerkg. in 1971.

De gemeente omvat het dorp Breukelen en de dorpjes Breukelerveen (in het plassengebied, van betekenis voor de watersport) en Nieuwer-ter-Aa. De gemeente, die een centrumfunctie in de Vechtstreek vervult, heeft enige industrie (houtbewerking, metaal, zuivel).

Kasteel Nijenrode (17e eeuw) huisvest het Instituut voor Bedrijfskunde (NOIB). De gemeente telt vele buitenplaatsen, o.a.

Vredenoord (18e eeuw), Over Holland (van de Stichting Utrechts Landschap), Oudaen (17e eeuw) en Guntherstein (1681). Queekhoven huisvest het Internationaal Toonkunst Centrum Eduard van Beinum. GESCHIEDENIS.

Breukelen, reeds in 838 als nederzetting genoemd, was in 1216 onder de naam Broklede bekend [brok = broek, moeras; lede = waterloop]. Door een schenking aan de kerk van Sint-Pieter te Utrecht heet het deel ten oosten van de Vecht Breukelen-Sint-Pieters.

Door de stichting van het kasteel Nijenrode heet het deel ten westen van die rivier Breukelen-Nijenrode. In 1488 werd het dorp verwoest; in het rampjaar 1672 werd het zwaar gehavend door de Franse troepen, aangevoerd door Condé.

Amsterdamse kooplieden bouwden er hun buitenverblijven.

< >