Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Brandweer

betekenis & definitie

v./m. (-weren), gemeentelijke organisatie ter beperking en bestrijding van brand, tot redding van mens en dier en algemene technische hulpverlening.

De oudste vormen van brandweerorganisatie en het gebruik van brandweermaterieel dateren van vóór de christelijke jaartelling, o.a. bij Grieken en Romeinen. Vanaf ca. 800 zijn betere gegevens bekend over ingestelde brandweerorganisaties. De Frankische keizer Karel de Grote (768-814) gaf reeds voorschriften voor de instelling van een brandpiket. Ca. 1200 werden te Londen preventieve maatregelen genomen ter bewaking van belangrijke gebouwen tegen brand; andere Europese steden volgden snel. Ca. 1600 werd te Tokio een brandweerorganisatie opgebouwd. In 1810 werd te Leuven een brandweerverordening uitgegeven; in ca. 1850 te Amsterdam.

Brandweerorganisatie kan zijn: beroepsbrandweer, vrijwillige brandweer of plichtbrandweer (waarbij b.v. personeel van de dienst gemeentewerken aangewezen wordt voor taakvervulling bij de brandweer); combinaties van vrijwillige brandweercorpsen met een bepaalde beroepskern nemen in aantal toe. In Nederland zijn er 8 beroepscorpsen, 1 zuivere plichtbrandweer (Geleen) en 9 gemengde organisaties, terwijl 676 gemeenten een brandweer hebben geformeerd uit alleen vrijwilligers. De gemeentelijke brandweercorpsen tellen (31.12.1974) 25279 personeelsleden, waarvan 3144 beroeps. De Brandweerwet dateert van 25.8.1952. De gemeentelijke brandweerzorg berust op grond van de gemeentewet bij burgemeester en wethouders.

LITT. Handleiding voor de brandweer, uitg. door Ministerie van Binn. Zaken, Bescherming Bevolking (1957); C.B.S. Statistiek der branden 1974 (1975).

In België worden de reglementen betreffende de organisatie van de gemeentelijke brandweerdiensten opgemaakt overeenkomstig een door de koning vastgesteld modelreglement. De brandweer is laatstelijk georganiseerd bij KB van 26.3.1970. In de 270 gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten zijn er ca. 15000 brandweermannen, waarvan 3700 beroeps en 11300 vrijwilligers. De gemeenten zijn in 180 gewestelijke groepen ingedeeld. Een van deze gemeenten wordt aangewezen als centrum en is daardoor verplicht over een brandweerdienst te beschikken. Er wordt gestreefd naar een vermindering van het aantal groepen en vermindering van ondoeltreffend uitgeruste autonome diensten.