v./m. (-magen), (ook: bladmaag, boekpens, boek, omasum), de laatste van de drie voormagen bij herkauwers, waarvan de binnenwand als de bladen van een boek in plooien ligt.
De wandplooien die met slijmvlies zijn bekleed, zorgen voor een zeer groot resorberend oppervlak. In dit deel van de maag wordt veel water aan de spijsbrij (chymus) onttrokken. De bewegingen van de boekmaag zijn zwak.