Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 30-05-2019

Boekanier

betekenis & definitie

[Oudindiaans boekan, vleesrooster], m. (-s), benaming voor de vnl. Engelse en Franse zeerovers die in de 17e en 18e eeuw de Caribische Zee en de kusten van Zuid-Amerika onveilig maakten ; bij uitbreiding zeerover, vrijbuiter in het algemeen.

De boekaniers waren oorspronkelijk Franse jagers die van inheemsen hadden geleerd vlees (afkomstig van verwilderde kudden op Haiti) te verduurzamen. Zij vervielen later tot zeeroverij. Doordat de Spanjaarden onmachtig waren hun monopolie in het Caribisch gebied te handhaven, genoten de boekaniers lange tijd de officieuze sympathie van Spanjes vijanden. De glorietijd van deze ‘demonen van de zee’ was de tweede helft van de 17e eeuw, hun steunpunt het in 1655 door de Engelsen veroverde Jamaica (sir F.Drake). Daarna gingen Frankrijk en Engeland hen systematisch bestrijden waarna zij tot piraterij vervielen.

LITT. C.H.Haring, The buccaneers of the West Indies (1910); H.Malo, Corsaires et flibustiers (1932); G.Woodbury, Great days of piracy in the West Indies (1951); J.Burney, History of the buccaneers (2e dr. 1952); A.O.Exquemelin, Buccaneers of America (1953).