Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 30-05-2019

Bod

betekenis & definitie

o. (g. mv.),

1. de handeling van bieden: wie is er aan bod?, wie moet bieden, of: heeft het laatst geboden?, wie is aan de beurt; een bod naar iets doen, er iets voor bieden; (fig.) staan, dingen naar; twee aan bod (bij verkopingen), twee bieden tegelijkertijd hetzelfde; de eerste, het eerst aan bod zijn, er het eerst bij zijn om zijn recht te doen gelden; een heel bod naar iets doen, dicht in aanmerking komen om het te verkrijgen; iemand bij het eerste bod de koop toeslaan, bij een onvoorzichtige belofte iemand aan zijn woord houden; iets in bod stellen, brengen, in openbare verkoop aanbieden; (ook) het eerste bod doen op iets; (ook) tot zekere prijs opbieden;
2. geboden som: zijn bod verbeteren, meer bieden; hoe hoog staat dat huis in bod?, voor hoeveel is het voorlopig toegewezen?