Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-05-2019

Biochemie

betekenis & definitie

[Gr. bios, leven], v., onderdeel van de scheikunde dat zich bezighoudt met de chemische aspecten van de levende natuur.

In de biochemie wordt gebruik gemaakt van onderdelen van de analytische chemie, de organische chemie, de fysische chemie, de fysiologie, de microbiologie, de genetica en de biofysica. De biochemie is dus een typische ontmoetingswetenschap en zij heeft de laatste decennia grote vorderingen gemaakt.

Een belangrijk uitgangspunt van de biochemie is dat alle levende organismen uit cellen zijn opgebouwd en dat bij alle verschillen tussen de zeer uiteenlopende levensvormen deze bouwstenen grote gelijkenis in structuur en wijze van functioneren vertonen. Zo vertonen b.v. alle cellen gespecialiseerde onderdelen die de functie hebben de in de cel aanwezige stoffen af te breken, terwijl andere onderdelen deze stoffen tegelijkertijd weer opbouwen. De cellen hebben dus een samenstelling die op ieder moment dynamisch bepaald is. Dit voor de levende materie karakteristieke dynamische evenwicht stelt de cellen, en daardoor het organisme, in staat zich op ieder moment tot op zekere hoogte aan te passen aan veranderende omstandigheden. De chemische reacties in het levend organisme verlopen niet naar willekeur, maar vertonen zoveel interacties dat een naar tijd en plaats gecoördineerd functioneren ontstaat.

De ‘fabricage-eenheden’ in dit georganiseerd functionerende geheel zijn de enzymen, die als katalysatoren van de reacties optreden en daarbij een grote specificiteit in hun werking vertonen. Merkwaardig daarbij is dat door de gehele evolutie van de levende natuur heen vaak dezelfde of verwante chemische verbindingen optreden als bouwstenen of tussenprodukten bij de enzymreacties. De ontwikkeling van de biochemie hangt in de eerste plaats samen met het onderzoek naar de structuur van stoffen uit de levende natuur. Na de ontdekking van vitaminen en hormonen en de eerste antibiotica maakten nieuwe analysemethoden zoals chromatografie en elektroforese het zuiver isoleren van ingewikkelder stoffen zoals enzymen mogelijk. Via spectroscopische analyse en röntgenanalyse volgde de structuuropheldering van de bouwstenen van de cel.

Daardoor is thans van enkele enzymen bekend wat hun structuur is en hoe zij tijdens de reactie die hun ‘taak’ in het geheel vormt, moleculen opbouwen. Een uiterst belangrijke ontdekking was de chemische basis van de erfelijkheid, de zgn.mgenetische code en de wijze waarop eiwitten in een cel worden geproduceerd. De kennis van structuur en werking van deze erffactoren wordt door vele biochemici als een gevaarlijke mogelijkheid tot ingrijpen in de genetische constitutie van de mens beschouwd.

Toepassing vindt de biochemie in de ontwikkeling van antibiotica, van geneesmiddelen en van bestrijdingsmiddelen in de landbouw. Hierop zijn grote biochemische industrieën, zoals de fabricage van geneesmiddelen en antibiotica, verbetering van zuivelprodukten, en door gisting geproduceerde voedingsmiddelen gebaseerd. Daarnaast vindt de biochemie toepassing in deklinische chemie bij het ontdekken en herkennen van stoornissen in de stofwisseling. Zij neemt daardoor in de medische wetenschap een belangrijke plaats in bij de diagnose en genezing.

LITT. E.Baldwin, Inleiding tot de biochemie (1966) ; A.L.Lehninger, Bioenergetics (1973).