Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 21-03-2019

Beven

betekenis & definitie

(beefde, heeft gebeefd),

1. met korte, snelle bewegingen heen en weer gaan, zonder gedachte aan geluid (dit in tegenstelling tot trillen), niet zo sterk als sidderen : de grond beefde onder zijn voeten; met name van mensen, hun ledematen, stem enz.: van koude, van vrees, angst, ontzetting, schrik beven als een riet; zijn handen beefden; met bevende stem; de onbepaalde wijs wordt ook als znw. gebruikt: iets met schrik en beven tegemoet zien;
2. voor iemand beven, veel vrees voor hem koesteren, bang voor hem zijn; ook in de zin van huiveren van ontzag, verrukking, begeerte enz.

Beven, tremor, is een min of meer regelmatige beweging veroorzaakt door afwisselend samentrekken van b.v. buig- en strekspieren. Het komt voor bij emoties, aandoeningen van de schildklier en organische aandoeningen van het zenuwstelsel, vooral bij aandoeningen van het »-extrapiramidale systeem. Bij een aandoening van de kleine hersenen treedt een tremor op bij gerichte bewegingen. Verder als erfelijke aandoening in enkele families, zonder dat het dan een ziekelijke betekenis heeft.