Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 21-03-2019

Beveiliging

betekenis & definitie

v., het treffen van technische voorzieningen of het nemen van maatregelen die werknemers, publiek of bedrijf zoveel mogelijk vrijwaren tegen ongevallen door technische installaties of opslag van gevaarlijke stoffen.

In de werktuigbouwkunde richt beveiliging zich vooral op de afscherming en inkasting van gevaarlijke machineonderdelen en het voorkomen van schade aan machines en werktuigen. Voor de persoonlijke veiligheid worden draaiende, knellende of plettende onderdelen (b.v. assen, tandraderen, riemen, kettingen) door omkasting afgeschermd. Om schade aan machines door overbelasting te voorkomen beveiligt men deze door het aanbrengen van speciale breekpennen en slip koppelingen. Leidingen en reservoirs worden tegen te hoge druk beschermd door veiligheidskleppen of breekplaten. Bij hijswerktuigen (kranen en liften) zijn speciale vang- en blokkeerinrichtingen aangebracht.

Elektrische apparaten worden van randaarding voorzien, zodat bij eventuele sluiting de stroom via deze aardverbinding wordt afgevoerd; om overbelasting door te grote stroomsterkte te voorkomen zijn smeltveiligheden aangebracht. Voor elektrisch handgereedschap gelden speciale uitvoeringsvoorschriften, o.a. dubbele isolatie of ongevaarlijke spanning.

Wanneer algehele beveiliging van machines niet mogelijk is, kunnen persoonlijke beschermingsmiddelen worden toegepast. Speciale veiligheidskleding (helmen, brillen, schoenen met stalen neuzen en versterkte zool, handschoenen e.d.) geven extra beveiliging bij de arbeid. Bij het slijpen is een slijpbril verplicht om oogletsel door het wegspringen van scherpe delen te voorkomen. Bij elektrisch lassen dient de lasbril of laskap te worden gebruikt om te voorkomen, dat door de ultraviolette straling lasogen ontstaan.

Controle op elektrische materialen ten aanzien van deugdelijkheid en veiligheid geschiedt in Nederland door de KEMA. Andere Ned. instellingen met als taak het opstellen van voorschriften of ontwerpen van constructies voor de beveiliging van mensen en machines tegen ongevallen of schaden zijn: Het Directoraat-Generaal van de Arbeid te Voorburg, districtskantoren der Arbeidsinspectie, Het Veiligheidsinstituut te Amsterdam, Het Liftinstituut te Amsterdam, Verbond voor Veilig Verkeer te Hilversum, Ned. Vereniging van Veiligheidstechnici, per adres Veiligheidsinstituut, Ned. Normalisatie Instituut (NNI) te Rijswijk.

Voornaamste in België bestaande diensten en instellingen: Administratie van de arbeidsveiligheid; Administratie van het Mijnwezen; Commissariaat-generaal voor de bevordering van de arbeid; Hoge Raad voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen; Nationale Vereniging tot voorkoming van arbeidsongevallen; Vereniging van diensthoofden voor veiligheid en hygiëne van België; Provinciaal Veiligheidsinstituut van Antwerpen; Hoge Raad voor de Verkeersveiligheid; Nationale Vereniging ter voorkoming van ongevallen op de weg (Via Secura); zie Belgisch Instituut voor Normalisatie (BIN); en verschillende officieel erkende controle-organisaties.