heilige, patriarch van de monniken van het westen, *ca.480 Nursia (Norcia), +ca.547 Monte Cassino. Benedictus, stammend uit Sabijnse landadel, werd op 16-jarige leeftijd, nog voor hij zijn studies te Rome had voltooid, kluizenaar in een grot te Subiaco, waar hij drie jaar bleef.
Daarna nam hij de leiding op zich van een naburig klooster, maar de monniken trachtten hem te vergiftigen wegens zijn strengheid. Hij keerde terug naar Subiaco en verzamelde daar sinds het jaar 520 een groot aantal volgelingen in 12 gemeenschappen van 12 leden.Wegens de vijandschap van een naburige priester vertrok hij met zijn volgelingen in 529 naar Monte Cassino, dat de bakermat werd van de benedictijnerorde. Daar schreef hij zijn regel, die volgens paus Gregorius de Grote die haar hielp verspreiden, uitmunt door wijze gematigdheid. Het leven van Benedictus werd op stichtelijke wijze beschreven door paus Gregorius in het tweede boek van zijn Dialogen. Feestdagen: 21 mrt. en 11 juli.
Litt. R.Hanslik, Benedicti Régula (1960); M. Coune, Saint Benoît, patron de l’Europe et de la vie monastique d’aujourd’hui (1971).
