Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-03-2019

Belichting

betekenis & definitie

v.,

1. het belichten, m.n. als fotografische term: de belichting was te lang;
2. (tuinbouw) aanvulling van een tekort aan natuurlijk licht.

Belichting wordt in de tuinbouw toegepast bij de zeer vroege teelt van o.a. tomaten en komkommers onder verwarmd glas. Het opkweken van de jonge planten vindt plaats in de donkerste tijd van het jaar. Men verlengt dan de lichtperiode kunstmatig door in de opkweekkas boven het jonge gewas fluorescentiebuislampen of hogedruk-kwiklampen aan te brengen en die voor en/of na de dag een bepaald aantal uren te laten branden. Een sterke belichting van 50-200 W/m2 is nodig. Door de belichtingsinstallatie op rails te plaatsen kan men afwisselend twee partijen planten behandelen. Men verkrijgt op deze wijze een sterkere, meer gedrongen gebouwde plant, die beter bestand is tegen ziekten en ook vroeger in produktie kan komen (zie fotoperiodiciteit).

In de praktijk wordt deze vorm van belichting nog beperkt toegepast, en wel voornamelijk op bedrijven die zich hebben gespecialiseerd in het opkweken van jonge planten die aan andere bedrijven worden verkocht. De installatie is nl. kostbaar en het resultaat van de belichting wordt mede bepaald door het weertype dat na het uitplanten in de kas volgt: donker weer kan het gehele effect teniet doen. Belichting van het gewas als het is uitgeplant is economisch niet mogelijk, omdat men dan een te grote oppervlakte moet bestrijken. Sommige bloemgewassen gaan over tot bloemvorming wanneer zij aan een bepaalde daglengte worden blootgesteld; met behulp van kunstmatige belichting kan men de bloei naar wens verschuiven. Voor dit doel is een zwakke belichting met gloeilampen voldoende (5-50 W/m2). Voorbeelden van bloemgewassen waarmee resultaten zijn bereikt zijn: begonia, chrysant, cineraria, kalanchoë. Chrysanten kan men thans het gehele jaar door op de markt brengen.