Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Bedrijf

betekenis & definitie

o. (-ven),

1. wat iemand verricht of verricht heeft, daad, daden: leven en bedrijf van ...; dat is uw bedrijf, dat is uw werk;
2. beroepswerkzaamheid, handwerk;
3. algemene benaming voor de als beroep uitgeoefende werkzaamheid in industrie, handel of verkeer, en ook de daarin werkzame personen: takken van organisatie van het bedrijf, zie bedrijfstak;
4. inrichting voor de uitoefening van een bepaalde tak van industrie, handel enz., m.n. een grote inrichting (bij bedrijf wordt meer gedacht aan het technische, bij onderneming aan het economische aspect): bedrijven met meer dan 1000 man personeel; zie bedrijfshuishouding;
5. hoofddeel van een toneelstuk, opera of film, akte ; (oneig.) tussen, onder de bedrijven door, tussendoor (terwijl men met iets anders bezig is).

De dramatische akte heeft een bepaalde zelfstandigheid, maar is ook in het verband van het geheel opgenomen, zodat b.v. een tevoren opgewekte spanning verder opgevoerd of bevredigd wordt. Het klassieke drama is bij voorkeur uit vijf bedrijven opgebouwd, waarvan sommige uit een aantal taferelen kunnen bestaan. In de 19e eeuw ziet men stukken met een uiteenlopend aantal bedrijven, ook met één bedrijf. Het moderne toneel vervangt de indeling in aktes vaak door een aaneenrijging van zgn. taferelen, waarvan het aantal willekeurig is en die niet causaal en chronologisch met elkaar verbonden behoeven te zijn.

Li TT. W.D.Hochgreve, Technik der Aktschlüsse (1914); V.Klotz, Geschlossene und offene Form im Drama (1960).