Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Bauhaus

betekenis & definitie

de in 1919 te Weimar door Walter Gropius opgerichte hogeschool voor architectuur, handwerk en industriële vormgeving. De leer- en denkwijze van het Bauhaus is van wereldomvattende betekenis geweest.

Gropius c.s. streefden naar een volledige eenheid van alle kunsten, met de architectuur als leidinggevende discipline. Behalve bestudering van de theorie van de vormgeving moest de toekomstige architect en beeldende kunstenaar het handwerk beoefenen.In voorbereidende cursussen werd hij vertrouwd gemaakt met vele uiteenlopende materialen, hun structuren en mogelijkheden voor de eigentijdse vormgeving. Machinearbeid werd door Gropius volledig aanvaard en niet in strijd geacht met het beoefenen van het ambachtelijke. Het handwerk richtte zich ook niet op eigenlijke ambachtelijke werkstukken, maar op het vervaardigen van modellen voor doelmatige serieprodukten. Bij de vormleer stonden bestudering van de natuur, kennis van geometrie, de grondbeginselen van de bouwconstructies, compositieleer, de leer van de ruimtelijke vormgeving en de kleurenleer centraal. Als docenten traden, naast Gropius, op: Lyonel Feininger, Gerard Marcks, Georg Muche, Paul Klee, Oskar Schlemmer, Wassily Kandinsky, Laszló Moholy-Nagy.

Werkwijzen en uitgevoerde werkstukken van het Bauhaus wekten grote tegenstand op in regeringskringen, ook al omdat de school een stichting was geweest van een socialistische regering. Dit leidde in 1924 tot sluiting van het Bauhaus; in 1925 werd begonnen met een nieuw, door Gropius ontworpen gebouw te Dessau. Sinds 1930 stond het Bauhaus onder leiding van Ludwig Mies van der Rohe. Het opkomende nationaal-socialisme reageerde steeds scherper tegen de internationale tendens van het Bauhaus. Onder de druk daarvan werd het Bauhaus in 1932 overgebracht naar Berlijn om tenslotte definitief te worden gesloten (1933).

De geest van het Bauhaus had zich intussen internationaal verbreid en na de sluiting van het instituut werkte de Bauhausgedachte door op vrijwel alle Europese kunstscholen. Zij komt nog het meest tot uitdrukking in het leerplan van de Hochschule für Gestaltung, die (1955) in Ulm werd gesticht en aanvankelijk vooral werd geleid door de Zwitserse architect Max Bill, met medewerkers als Tomas Maldano, Hans Gugelot, Max Bense en Vordemberge-Gildewart. In Amerika werd in 1937 in Chicago door de uitgeweken Mies van der Rohe en Moholy-Nagy The new Bauhaus gesticht, waaruit The School of Design ontstond, nu voortgezet in The Illinois Institute of Technology.

LITT. S.Giedion, Space, time and architecture (1947 vlg.); Serie Bauhausbücher (Ruimte, tijd en bouwkunst, 1954); L.Lang, Das Bauhaus 1919—33, Idee und Wirklichkeit (1966); H.M.Wingler, Das Bauhaus 1913—33 (2e dr. 1968); cat.tent. 50 jaar Bauhaus, Stedelijk Museum, Amsterdam (1968— 69).