Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Atrecht, unie van

betekenis & definitie

(6.1.1579) de officiële vereniging van de staten van Artesië, Henegouwen en Dowaai in een verbond dat tot verzoening met Filips II geneigd was. Het liet de Staten-Generaal een ultimatum toekomen met een ontwerp van verzoeningsovereenkomst: het eiste ter zake een bevredigend antwoord, alsmede de handhaving van het artikel van de -»-Pacificatie van Gent in verband met het rooms-katholieke geloof; zoniet zou de Unie zelf tot afzonderlijke onderhandelingen met de koninklijke commissarissen overgaan.

Zij knoopte opnieuw aan bij de behoudsgezinde opvattingen die vooral in de eerste fase van het verzet tegen Filips II aan bod gekomen waren: effectieve erkenning van het overheidsgezag van Filips II, evenwel onder beding van publiekrechtelijke waarborgen tegen de vorstelijke willekeur; hierbij werd in een regeringshervorming voorzien, waar een adellijke Raad van State, als emanatie van het gewestelijke particularisme, eensdeels het landbestuur zou domineren en anderdeels de koninklijke machtsaangroei intomen. De Waalse afscheiding had zich afgetekend onder de impuls van de katholieke adel en geestelijkheid, die in de betrokken gewesten met overwegend plattelandskarakter invloedrijk gebleven waren.Bij deze malcontenten zaten vrees en afkeer ten aanzien van de ‘democratisch’-burgerlijke staatsregeling van de calvinisten en hun onverdraagzaamheid jegens de katholieken voor. De Zuidned. edelen achtten zich overigens door Oranje in hun verwachting op een vooraanstaande rol in de opstand bedrogen. Tegenover deze unie stelden de overige Nederlanden een paar weken later de ‘Nadere Unie’ of de Unie van Utrecht (23.1.1579). Van deze afscheuringstendentie heeft Parma (Farnese) handig gebruik gemaakt om met de ontevreden edelen en de Waalse Staten (waarbij zich inmiddels ook Rijsel en Orchies aangesloten hadden) afzonderlijk over hun verzoening te onderhandelen. Het ontwerp van de Unie van Atrecht bleef de basis van deze onderhandelingen die uitliepen op het Traktaat van Atrecht.

LITT. J.A.van Houtte e.a., Alg. Gesch. der Ned. v (1952; met bibliogr.); H.Lademacher, Die Stellung des Prinzen von Oranien als Statthalter in den Niederlanden von 1572 bis 158

4. (1958); T. Wittman, Les gueux dans les ‘bonnes villes de Flandre’, 1577-84 (1969).