Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 05-01-2019

adresseren

betekenis & definitie

adresseren - adresse'ren [Fr.] (adresseerde, heeft geadresseerd).

1. aan iemand of zijn woning richten: iets aan iemand adresseren, er zijn adres op schrijven of bijvoegen; 2. het adres schrijven op: een brief vergeten te adresseren; 3. zich aan iemand adresseren, zich tot hem wenden, schriftelijk, in persoon, of door tussenkomst van een derde; 4. het toevoegen van een adres aan een geheugen van een computer zodat het hierbij behorende gegeven in het geheugen geplaatst of eruit verkregen kan worden; 5. de wijze waarop de verwerkingseenheid van een computer het geheugenadres van een gegeven dat bij de bewerking betrokken is, bepaalt ; 6. het selecteren van een periferie-apparaat waarmee een computer gegevens wil uitwisselen (data-transport); 7. bij autoriteiten inzenden; 8. (in het golfspel) het gereedstaan voor de slag met de stok aan de grond. De verwerkingseenheid kan in het algemeen een geheugenadres (altijd een nummer) samenstellen uit: het basisadres, de index en de verplaatsing. Basisadres en index zijn getallen, die respectievelijk in een basis- en indexregister zijn opgeslagen; de verplaatsing is een getal dat direct in de opdracht (computer) vermeld is. Een geheugenadres kan nu als volgt verkregen worden: 1. alleen de verplaatsing; 2. de som van basisadres en verplaatsing (er wordt dan relatief, d.i. ten opzichte van het basisadres, geadresseerd); 3. de som van verplaatsing en index (de zgn. adresmodificatie of indicering); 4. de som van basisadres, index en verplaatsing. Wijst het op één van de genoemde manieren gevormde adres inderdaad de geheugenplaats van het gewenste gegeven aan, dan heet dit een direct adres en deze wijze van adresseren direct adresseren. Indirect adresseren is aan de orde als de inhoud van de aangewezen geheugenplaats nog niet het gegeven zelf, maar het adres daarvan bevat. In de opdracht is aangegeven of direct of indirect adresseren toegepast wordt, hoe het geheugenadres samengesteld moet worden en welk van de verschillende basis- en indexregisters bij de adresvorming gebruikt worden.
Adresmodificatie en indirect adresseren komen bij vrijwel alle typen voor. Het relatief adresseren ten opzichte van een basisadres met een indiceringsmogelijkheid treft men meer bij de grotere typen aan. Bij direct (indirect) adresseren moet de verwerkingseenheid ten behoeve van een gegeven één (twee) keer het geheugen raadplegen. Bij onmiddellijk adresseren wordt het geheugen in het geheel niet geraadpleegd. Het adresdeel van de opdracht is nu het gegeven zelf, dat onmiddellijk voor verwerking beschikbaar is. Deze wijze van adresseren komt bij vrijwel alle computertypen voor.