Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 05-01-2019

adresboek

betekenis & definitie

adresboek, o. (-en), boek met alfabetisch en/of systematisch geordende adressen, m.n. van de inwoners van een stad.

De opgave van namen en adressen is in veel gevallen gecombineerd met gegevens van beroepen, terwijl ook firmanamen en namen van instellingen en organisaties worden opgenomen. Reeds in 1595 verscheen een primitief samengesteld adresboek van Londen, in 1691 van Parijs, in 1701 van Leipzig. De tegenwoordige vorm van deze publikaties ontstond echter in het begin van de 19e eeuw, maar nog niet geregeld. Het eerste plaatselijke adresboek in Ned. schijnt dat van Amsterdam te zijn geweest (1839); in 1847 volgde dat van Rotterdam, en daarna verschenen geleidelijk adresboeken van de meest belangrijke plaatsen. Na de Tweede Wereldoorlog echter zijn weinig stedelijke adresboeken meer verschenen; daarentegen is het aantal niet-plaatselijke adresboeken sterk toegenomen.