Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-12-2018

Adam

betekenis & definitie

Adam [Hebr., man van de adama, aarde, mens; hangt samen met de stam dm, rood zijn, nl. van het akkerland], m. (-s), 1. volgens de bijbel: naam van de eerste mens ; kinderen van —, mensen; neef van Adams wege, zeer verre neef, zodat men moeilijk de graad van bloedverwantschap zou kunnen uitrekenen; 2. (fig.) stamvader; 3. ingeschapen aard, m.n. de geneigdheid tot zonde: de oude — kwam weer boven; de oude — afleggen, zich verbeteren; 4. als de rechte komt, gaat Eva mee, gezegd tegen een meisje, dat beweert niet te willen trouwen (vgl. als de rechte Jozef komt)', — waar ben je?, oproep tot iemand die men nodig heeft.

Volgens het boek Genesis was Adam de eerste mens, van wie dus het gehele mensengeslacht zou afstammen. Hij wordt op een aparte manier door God geschapen en neemt een aparte positie in: hij is geschapen ‘naar Gods beeld’. Evenals tal van oude volken leert ook het OT een oertoestand van gelukzaligheid, waarin de mens leefde. Maar volgens het bijbels verhaal (Gen.3) werd hij wegens overtreding van Gods gebod uit het paradijs, de ‘hof van Eden’ verdreven (zondeval). De bijbel beschouwt echter Adam niet alleen als de eerste in de lange rij der mensengeslachten, maar zeer bepaald als hoofd van de mensheid, speciaal van de zondige mensheid (b.v. in de brieven van Paulus: Rom.5,14; 1 Kor. 15,45). In die zin spreekt men van de ‘oude Adam’. Onder de jongere apokriefe litteratuur komt voor Het leven van Adam en Eva. Iconografie Adam en Eva.

LITT. H.Th.Obbink, Het bijbelse paradijsverhaal en de Babyl. bronnen (1917); Th.C.Vriezen, De paradijsvoorstellingen bij de Oudsem. volken (1937); A.Bentzen, Messias, Moses redivivus Menschensohn (1948); J. de Fraine, Adam et son lignage (1958); idem, La bible et l’origine de l’homme (1961); O.Loretz, Schöpfung und Mythos (1968); W.Fuss, Die Paradieserzahlung (1968); E.Haag, Der Mensch am Anfang (1970); E.K.Victor Pierce, Who was Adam? (1970); O.H.Steek, Die Paradieserzahlung (1970).