Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-12-2018

actiehandel (aktie-)

betekenis & definitie

actiehandel (aktie-) - ac'tiehandel (aktie-), m., handel in aandelen.

Het kapitaal waarvoor men in de 18e eeuw belegging zocht, deed vele compagnieën ontstaan en daarmee de actiehandel. Tijdens het optreden van John Law was deze handel bijzonder levendig. Het financieren van opgerichte of op te richten handelslichamen raakte geheel op de achtergrond; men wilde alleen maar handel drijven in aandelen. Deze speculatiekoorts heerste vooral in Engeland, Frankrijk en de Republiek der Verenigde Nederlanden. Het was een gouden tijd voor avonturiers en ondoordachte ondernemingen, zodat er tenslotte actiën in omloop kwamen van niet bestaande ondernemingen, de zgn. Bubbelcompagnieën.

Er werd ook gegokt met aandelen van de Westindische Compagnie, die in 1719 van 400 tot 600 % opliepen en met die van de voc (van 400 tot 1200 %). Zelfs speculeerde men tijdens de Zevenjarige oorlog (1756-63) in wissels. Natuurlijk volgde in al deze gevallen de ‘krach’, die velen ruïneerde. Pieter Langendijk stelde deze actiehandel aan de kaak in twee toneelstukken: Arlequin, Actionist en Quincampoix of de Windhandelaars (1720). (Law had zijn kantoren in de Rue Quincampoix te Parijs). Men moet echter wel bedenken, dat de actiehandel niet louter uit speculatie bestond. Door de grote vraag naar belegging bestond er ook een reële actiehandel.

LITT. F.Ph.Groeneveld, De econ. crisis van het jaar 1720 (1940); J.Carswell, The South Sea Bubble (1960).