Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-12-2018

achterop

betekenis & definitie

achterop', bw., aan de achterzijde op iets dat of genoemd wordt, of uit de zin of uit de omstandigheden moet opgemaakt worden: de jongen sprong —, d.i. op de achterzit van motor of (brom)fiets, of op de laadbak van een vrachtauto of op het achterbankje van het rijtuig; — staan advertenties, op de achterzijde (van de omslag) van een drukwerk; hij nam hem -, bij zich achter op de (brom)fiets, de motor, (ook) op sleeptouw; de bootsman is —, op het halfdek; (oneig.) iemand zijn, in de nabijheid zijn van iemand die men wil inhalen; — raken, vergeleken bij anderen of bij een vroegere toestand achter raken, in een slechtere positie komen.