Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-12-2018

abdis

betekenis & definitie

abdis', v. (-sen), overste van een zelfstandig vrouwenklooster, dat tot een monastieke orde behoort (benedictinessen, trappistinnen, clarissen, birgitinessen).

Door de stemgerechtigde leden van het klooster wordt zij gekozen voor een bepaalde tijd of voor het leven. De keuze geschiedt in tegenwoordigheid van de lokale bisschop of de reguliere overste. Gekozen kan worden een wettig geboren, ten minste 10 jaar geprofeste en 40 jaar oude koorzuster. De abdis die voor het leven gekozen wordt kan van de diocesane bisschop een wijding ontvangen. Zelf bezit zij geen wijdingsmacht. Als onderscheidingstekenen draagt zij kruis, ring en staf.

De abdiswijding wordt voor het eerst vermeld in de 7e eeuw. De structuur van de wijding is, uitgezonderd de noodzakelijke varianten, dezelfde als die van de abt.