Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 22-12-2018

aanloop

betekenis & definitie

aan'loop, m. (-en), 1. korte versnelde loop die men doet, als men springen of iets werpen wil; de eerste bewegingen van een in gang gebrachte machine, totdat de normale snelheid bereikt is; 2. (fig.) voorafgaande woorden die leiden tot hetgeen men zeggen (vragen) wil (meestal aanloopje); 3. herhaald bezoek (soms met gedachte aan lastigheid): wij hadden gisteren veel —; 4. — der zee, het spoelen der zee tegen het land of strand; 5. (bouwkunde) kwartcirkelvormig koppellijstje dat twee verschillende leden van een lijstwerk verbindt; overgang van schacht tot kapiteel; gebogen ondereind bij tegels of platen voor dakbedekking.

< >