aan'horen (hoorde aan of aanhoorde, heeft aangehoord), 1. naar iets luisteren; met aandacht horen naar; ten — (niet aanhore) van, in bijzijn van, in tegenwoordigheid van; 2. geduldig ten einde toe horen wat vervelend, onaangenaam of kwetsend is: dat is niet om aan te horen; 3. het is hem wel aan te horen, dat hij een vreemdeling is, het is aan zijn spraak te horen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk