Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 22-12-2018

aandeel

betekenis & definitie

aan'deel, o. (-delen).

1. deel van iets dat iemand in eigendom toebehoort of toekomt, met de bijgedachte dat het overige aan mederechthebbenden behoort: — hebben in of aan een fabriek, zaak, maatschappij, eigenaar van een gedeelte van het bedrijfskapitaal zijn; — hebben aan een erfenis, deelgenoot zijn in;
2. deel dat men voor zichzelf neemt aan een handeling waarbij ook anderen betrokken zijn: actief — hebben aan een opstand, daadwerkelijk eraan meewerken;
3. deelneming in het maatschappelijke kapitaal (vermogen) van een onderneming: een maatschappij op aandelen; aandeelbewijs: een pakket aandelen; de aandelen zijn gestegen, nl. de waarde ervan; 5. (fig.) hij heeft ruim zijn in ’s werelds lief en leed gehad, veel lief en leed heeft hij ondervonden.

Aandelen komen vnl. voor bij naamloze vennootschappen (nv), verder bij commanditaire vennootschappen op aandeel, in Nederland soms bij besloten vennootschappen. Aandelen komen ook voor bij een coöperatieve vereniging, doch de rechten en verplichtingen worden hier geheel door de statuten bepaald en niet mede door de wet.

Aan het aandeel zijn zowel zeggenschapsrechten als rechten van financiële aard verbonden. De houder van een aandeel aan toonder in een nv ontvangt doorgaans een aandeelbewijs, ook wel aandeel genoemd, bestaande uit een mantel en een blad met dividendbewijzen en een -»-talon. Deze laatste twee zijn in Nederland in 1964 voor aandeelbewaarders (meestal banken) die hun administratie hebben overgedragen aan de N v -»-Centrum voor Fondsenadministratie (cf) vervangen door een dividendblad. Per 1.11.1971 heeft de -»-Stichting Administratie Kantoor Vereenvoudigde Administratie en Bewaring van Effecten (vabef) haar werkzaamheden aangevangen, nadat de meeste banken besloten hadden de nummerverantwoording van aandelen te staken. Doordat de aandelen niet langer geïndividualiseerd worden, is de betrokken bank eigenaar van het aandeel geworden. Er zijn waarborgen geschapen om de eventuele nadelige gevolgen daarvan, b.v. bij faillissement van de bank, zoveel mogelijk te ondervangen. Zo zijn de aandelen van de cliënten van de banken ondergebracht in speciale ‘bewaar’-Nv’s, waarvan de aandelen overgedragen zijn aan de vabef.

Men kent aandelen op naam en toonderaandelen. Bij toonderaandelen geschiedt de levering zonder enige formaliteit van de zijde der vennootschap, b.v. door overgave van het papier. Voor aandelen op naam gelden formele voorschriften, die in Nederland verschillen al naar gelang het aandelen in een nv dan wel in een besloten vennootschap (bv) betreft. Bij de bv kent men slechts aandelen op naam, terwijl aandeelbewijzen daar niet toegestaan zijn. De verhandeling van aandelen op naam wordt bemoeilijkt, doordat levering alleen kan geschieden door gelijktijdige aantekening in de boeken van de betrokken nv (-»-aandeelhoudersregister); diverse overwegingen, waarbij de individualiteit van de aandeelhouder van belang is, kunnen tot opnaamstelling leiden, de overdracht kan dientengevolge door de nv worden gecontroleerd, soms beperkt.

Bij de grotere nv’s in Nederland en België zijn toonderaandelen gebruikelijk. Ter wering van vreemde invloeden en ter beperking van de zeggenschap van de aandeelhouder neemt men in Nederland zijn toevlucht tot het uitgeven van niet-royeerbare certificaten door administratiekantoren of tot het instituut van emeenschappelijk Bezit of Nationaal Bezit van Aandelen. Elders, b.v. in België, zijn daarvoor aandelen op naam gebruikelijk. In Zwitserland bestaan nv’s die behalve aandelen op naam een beperkt aantal aandelen aan toonder in omloop brengen om de handel te vergemakkelijken. Als beide soorten verhandeld worden, kunnen vaak koersdiscrepanties als consequentie optreden.

Het aantal aandelen dat kan worden uitgegeven, d.i. het maatschappelijk kapitaal en de coupures waarin dit verdeeld wordt, ligt vast in de statuten van de NV. In Nederland is dikwijls slechts een gedeelte geplaatst; men spreekt dan van geplaatste aandelen en aandelen in portefeuille. In België moet het hele kapitaal geplaatst of onderschreven zijn, maar moet slechts een minimum van ⅕ worden gestort op het onderschreven kapitaal. Meestal staat op het aandeel de grootte der deelneming uitgedrukt in een nominaal bedrag. Bij aandelen met nominale waarde is het niet noodzakelijk, dat het gehele bedrag door de aandeelhouder is gestort. De Ned. wet schrijft een minimumbetaling voor van 10%. Zolang de nominale waarde van het aandeel niet volledig voldaan is heeft men te maken met zgn. niet-volgestorte aandelen, die men bij sommige instellingen als hypotheekbanken en levensverzekeringsmaatschappijen aantreft. Deze staan altijd op naam, voor het niet-gestorte bedrag rust op de aandeelhouder een obligo, nl. de verplichting desgevraagd tot volstorting van het aandeel over te gaan; overdracht van dergelijke aandelen moet noodzakelijkerwijze, omdat het aandelen op naam betreft, aangetekend worden in het aandeelhoudersregister. De Ned. wet staat slechts aandelen met nominale waarde toe; aandelen zonder nominale waarde, waarop staat aangegeven voor welk deel (b.v. 1/1000) de eigenaar van het aandeel in het kapitaal der nv heeft deelgenomen, komen voor in België (maatschappelijke aandelen), de VS (no par value shares), Canada, Spanje, Denemarken, Mexico en Egypte. Het aandeel zonder nominale waarde is ontstaan uit het streven het aandeel los te maken van een bepaalde waarde: het is immers slechts een evenredig deel in het zuiver vermogen.

Men onderscheidt aandelen waaraan geen bijzondere (voor)rechten zijn toegekend (gewone aandelen; Du.: Stammaktien) en aandelen met preferenties met betrekking tot het kapitaal of het dividend (preferente aandelen) of, in Nederland, het beheer (prioriteitsaandelen). Al naar gelang van de winst en de statutaire bepalingen ontvangen de houders van gewone aandelen een grotere of kleinere winstuitkering (dividend) of in het geheel niets, zij hebben recht hun stem uit te brengen op de vergadering van aandeelhouders en op een deel der na betaling van crediteuren overblijvende middelen bij liquidatie.

Soms worden aan gewone aandeelhouders speciale voorrechten gegeven, b.v. een doorlopend toegangsbewijs voor de Euromast bij deze NV. Kapitaalpreferentie houdt in dat bij liquidatie deze aandeelhouders eerst hun deel uit het resterend actief terugkrijgen vóór gewone aandeelhouders. Dividendpreferentie komt het meeste voor (meestal tevens met kapitaalpreferentie); in dit geval wordt aan de houders der preferente aandelen eerst uit de winst een bepaald percentage over het gestorte kapitaal uitgekeerd, alvorens de andere deelgerechtigden in de winst iets ontvangen. Bedraagt dit percentage b.v. 6%, dan spreekt men van 6% preferente aandelen. Dit dividend kan cumulatief of niet-cumulatief zijn. Is de winst over enig boekjaar niet toereikend geweest voor uitbetaling van het dividend op de preferente aandelen, dan wordt het tekort bij cumulatieve preferente aandelen zo mogelijk uit de winst van volgende boekjaren ingehaald. Pas als het achterstallige dividend geheel is aangezuiverd, kunnen ook andere deelgerechtigden in de winst voor een uitkering in aanmerking komen. Niet altijd is het dividend op preferente aandelen tot een maximum beperkt. Soms hebben zij nl. bovendien recht op een gedeelte van de overwinst (preferente winstdelende aandelen); zij kunnen ook cumulatief zijn, maar de cumulatie geldt uiteraard niet voor het superdividend. Een bijzondere vorm is het converteerbare preferente aandeel, al of niet cumulatief, dat op bij de uitgifte bepaalde voorwaarden in gewone aandelen converteerbaar is. De ervaringen met de preferente aandelen zijn over het algemeen niet schitterend geweest. De kapitaalpreferentie blijkt vaak illusoir te zijn, de schuld aan achterstallig dividend op cumulatief preferente aandelen kan zeer hoog oplopen, welke bij een financiële reorganisatie vaak gedeeltelijk moet worden opgeofferd. Preferente aandelen worden thans in Nederland veelal niet meer uitgegeven aangezien het uitgekeerde dividend niet aftrekbaar is voor de vennootschapsbelasting, de op een obligatielening betaalde rente echter wel. In Nederland kent men ook beheerspreferentie, die meestal ten doel heeft het nationaal of familiekarakter van een nv te behouden. Deze prioriteitsaandelen staan op naam, terwijl de overdracht meestal onderworpen is aan goedkeuring van de vergadering van preferente aandeelhouders. De houders van deze meestal tot een gering bedrag uitgegeven aandelen hebben het recht bij vacatures in het bestuur voordrachten op te maken, terwijl zij ook bij statutenwijziging invloed kunnen hebben, (zie oligarchische clausule, zie familievennootschap). België kent geen aandelen met beheerspreferentie. Wel zijn er soms twee klassen van gewone aandelen (b.v. A en B), waarvan de houders b.v. het recht hebben elk een lijst van kandidaatbeheerders voor te stellen; daaruit kiezen alle aandeelhouders een bepaald aantal beheerders.

Men komt ook nog wel eens termen tegen als: oprichtersaandelen die een vennootschap uitgeeft aan oprichters voor bewezen diensten, zonder contante storting; bonusaandelen: aandelen in het vermogen der vennootschap boven het geplaatste kapitaal, uitgegeven ter vergroting van het aandelenkapitaal zonder contante storting; CF-aandelen: aandelen waarvan het dividendbewijs berust bij en het dividend betaald wordt aan een door het CF erkende bewaarder. In Nederland zijn de oudste aandelen die op naam van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie (1602), in Engeland waren het de aandelen van de Engelse Oost-Indische Compagnie (1600); al ca. 1400 kwamen aandelen voor van enkele banken in Italië en voorts is een aandeel bekend, vertegenwoordigende j van een Zweedse kopermijnonderneming uit 1288. Het eerste preferente aandeel werd ca. 1850 in Engeland uitgegeven en enkele jaren later ook in Nederland en België geïntroduceerd.

Het aandeel is van grote invloed geweest op de ontwikkeling van het economisch leven in de laatste honderd jaar. Het ontstaan en de groei van de vele grote ondernemingen die wij thans kennen zijn zonder het aandeel niet denkbaar. De verdeling van het benodigde kapitaal in een groot aantal aandelen van relatief geringe bedragen, waarvan de houders niet verder aansprakelijk zijn (slechts bij de coöperatieve vereniging is de beperkte aansprakelijkheid der aandeelhouders-leden niet steeds aanwezig), maakt het mogelijk velen bij de oprichting of uitbreiding van een onderneming te interesseren en daardoor gemakkelijker zeer belangrijke kapitalen bijeen te brengen. Voor de vermogensbezitter is het aandeel aantrekkelijk omdat het de mogelijkheid biedt zijn vermogen te spreiden over een aantal ondernemingen (»beleggen). Bovendien kan hij zich door de veelal aanwezige gemakkelijke verhandelbaarheid ter beurze te allen tijde uit een onderneming terugtrekken, »effectenhandel. [drs.J.G.Morreau] LITT. J.J.van der Heyden, W.C.L.v.d.Grinten, Handb. voor de nv naar Ned. recht (8e dr. 1968);

J.v.d.Woud, Effecten (1966); S.Brouwer, Beurs en effectenhandel (1969).