Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 22-12-2018

aanbidding

betekenis & definitie

aanbid'ding, v. (-en).

1. het bewijzen van godsdienstige eer aan wat als God of goddelijk wordt beschouwd: in verzinken, neerknielen (g);
2. (r.k.) gelegenheid om het uitgestalde Sacrament des Altaars te aanbidden: er is vandaag in onze kerk ;
3. voorstelling van het aanbidden van het kindeke Jezus door de Wijzen uit het Oosten (zie Drie Koningen).

De aanbidding gaat gepaard met zich nederwerpen of knielen voor de/het Heilige of wel met staan, het opheffen, kruisen of vouwen van de handen. De aanbidding treedt meestal op wanneer de gelovige zich op een directe wijze geconfronteerd weet met het/de Heilige. Deze confrontatie kan plotseling plaatsvinden waar de gelovige zich ook maar bevindt. Zij kan zich ook bij bepaalde gelegenheden voordoen: men denke aan het passeren van een godheid in processie in India of aan het moment waarop in de traditionele mis de elementen brood en wijn de gestalte van Christus aannemen. Ook de islam kent momenten van aanbidding, tijdens de dagelijkse gebedsliturgie, de sabat. Met name het gebed kan verbonden zijn met aanbidding.

LITT. F.Heiler, Das Gebet (1923); G.Mensching, Das Heilige Schweigen (1926); R.Otto, Das Heilige (1948); Th.Ohm, Die Gebetsgebärden der Völker und das Christentum (1948).

De rooms-katholieke theologie reserveert dit woord voor de verering die zich rechtstreeks richt tot God, tot Jezus Christus en diens eucharistische tegenwoordigheid. De eerbiedsbetuiging aan heiligen wordt verering genoemd. Het 7e oecumenische concilie (te Nicea in 787) heeft dit onderscheid voorgehouden en bovendien de eerbiedsbetuigingen aan afbeeldingen van Christus en heiligen slechts als ‘verwijzende’ verering aanvaard, zie beeldenverering. De aanbidding wordt optimaal verwerkelijkt in de openbare eredienst, die zich concentreert in de eucharistie. Het Tweede Vaticaanse Concilie heeft deze aanbidding beschreven als daad van Christus en zijn gelovigen samen, gebaseerd op de historische zelfofferande van zijn zie pasen.

De eucharistische aanbidding of adoratie is de verering van de hostie die in een monstrans of zie ciborie wordt uitgesteld. Dit gebruik kwam op in de 12e en 13e eeuw en beantwoordde aan het verlangen van de gelovigen de hostie te aanschouwen. Een bijzondere vorm is de eeuwigdurende aanbidding: ononderbroken in een en dezelfde kerk of in verschillende elkaar daarin opvolgende kerken.

LITT. Constitutie over de heilige liturgie van het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie (1964; nrs. 5,7, 10,61,83,84en 111); A.Verheul, Inleiding tot de liturgie (2e dr. 1964).

In reformatorische kringen ligt de nadruk niet zozeer op de uiterlijke presentatie van de aanbidding, maar op de innerlijke aanbidding, al is er de laatste decennia meer aandacht voor het eerste aspect gekomen (zie gebed).