Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

zaliger

betekenis & definitie

(hier:) overleden

uitspraak
[za-luh-gur]

citaat
“Jiri Pehe, directeur van de Praagse afdeling van de New York University (NYU) en voormalig adviseur van president Vaclav Havel zaliger, wijst naar de geslaagde ANO-campagne. Daarin zet Babis zichzelf neer als een competente zakenman die corruptie zal uitroeien.”
Bron: woordfeit
Het woord zaliger achter een persoonsaanduiding geeft aan dat die persoon overleden is, en over het algemeen dat de schrijver goede herinneringen aan hem of haar heeft. Het is een verkorting van zaliger gedachtenis of zaliger nagedachtenis, waarmee bedoeld wordt dat de persoon voortleeft in andermans herinnering, met de bijgedachte dat hij of zij zalig (eeuwig gelukkig) is.
Zaliger (na)gedachtenis staat in de tweede naamval (in dit geval vrouwelijk enkelvoud), waarmee je in het verleden een betekenis kon uitdrukken waar tegenwoordig een voorzetsel voor nodig is. In enkele oude woorden en verbindingen leeft dit gebruik van de tweede naamval ook nu nog voort, zoals in ’s ochtends (mannelijk), gewapenderhand (vrouwelijk) en blootshoofds (onzijdig).
De formulering is ontstaan als vertaling van de Latijnse woordgroep piae memoriae, die ook in de tweede naamval staat: piae is de tweede naamval vrouwelijk enkelvoud van pius ‘vroom, zalig’, memoriae is de tweede naamval van het vrouwelijke woord memoria ‘herinnering’.