Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

obsoleet

betekenis & definitie

betekenis
achterhaald, verouderd

uitspraak
[op-so-leet]

citaat
"De Nederlandse trendwatcher Lidewij Edelkoort, in 2008 nog door Time Magazine uitgeroepen tot een van de meest invloedrijke mensen in de modebranche, houdt van mode, maar constateert tot haar spijt 'dat er een radicale verandering heeft plaatsgevonden in de mode die het huidige 'fashion system' geheel obsoleet heeft gemaakt.'"
Bron: "Mode is dood" - trendwatcher Lidewij Edelkoort lanceert Anti-Fashion Manifest (KnackWeekend.be, 24 februari 2015)

woordfeit
Het woord obsoleet komt via het Franse obsolète van het Latijnse obsoletus. Dat woord betekende 'versleten, vervallen, verouderd', en ook wel 'afgezaagd, alledaags, gewoon'. Obsoletus is gevormd van het werkwoord obsolescere, dat eerst de letterlijke betekenis 'afslijten, verslijten, verouderen' had, en later de figuurlijke betekenis 'uit de mode raken, in vergetelheid raken'.