Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

naarstig

betekenis & definitie

betekenis
ijverig

uitspraak
[naar-stuhg]

citaat
"De vertaalster, Laura Watkinson, was ook degene die De brief voor de koning twee jaar geleden bij Freudenheim had geïntroduceerd toen hij (...) naarstig zocht naar Europese kinderboeken die nooit door de Engelsen zijn opgepikt."
Bron: Ook Engeland valt voor De brief voor de koning (Patrick van IJzendoorn, de Volkskrant, 24 november 2014)

woordfeit
Naarstig heeft te maken met ernst in de oude betekenis 'ijver'.
Van ernst kwam in de Middeleeuwen ook veelvuldig een variant met een begin-n voor: nernst. Die is waarschijnlijk ontstaan doordat combinaties als 'met groten ernste' werden verstaan als 'met groten nernste'; men ging nernst als apart woord opvatten. Hiervan werd het bijvoeglijk naamwoord nernstig afgeleid.
De vorm nernstig onderging gaandeweg twee veranderingen: de e werd een aa (dat is ook gebeurd bij bijvoorbeeld haard, dat ooit herd was), en de n na de r verdween in de uitspraak. Zo ontstond de vorm naarstig.