Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

laarzenknecht

betekenis & definitie

hulpmiddel om laarzen uit te trekken; ook wel: schoenlepel

uitspraak
[laar-zuhn-knecht]

citaat
“Hij bleef zijn hele leven knecht, en deed overigens weinig méér dan zijn meester helpen zijn laarzen uit te trekken. (Grappig in dit verband is het woord ‘laarzenknecht’, dat nog steeds bestaat. Het is geen mens, maar een soort omgekeerde schoenlepel.)”
Bron: woordfeit
Een laarzenknecht is een soort plankje met een halfronde uitsparing aan het uiteinde. Door de hak van één laars in die uitsparing te zetten en de andere voet op het andere uiteinde van het plankje, krijg je de laars betrekkelijk eenvoudig van je been. Op internet zijn tal van laarzenknecht heeft knecht de figuurlijke betekenis ‘hulpmiddel’. Dat komt vaker voor; in Van Dale staan bijvoorbeeld bankknecht (‘bankschroef’), klerenknecht (‘klerenstandaard’) en lijmknecht (‘lijmklem’). Knecht stamt van hetzelfde oeroude Germaanse woord als het Engelse knight (‘ridder’). De oudst bekende betekenis is ‘jongeman’, maar ook ‘soldaat’ en ‘bediende’ kwamen al in de Middeleeuwen voor.
Het woord laars luidde aanvankelijk leers; het is een verkorting van lederhose, dat letterlijk ‘lederen beenbekleding’ betekende: hose is een oud woord voor ‘beenbekleding’, dat in het Duits ‘broek’ is gaan betekenen.