Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

impertinent

betekenis & definitie

irrelevant, onbeschaamd, onbeschoft

uitspraak
[im-per-tie-nent]

citaat
“Bijlo had er weinig trek in. ‘Het leek mij een impertinente uitzending te worden. Belust op sensatie. Door mij uit te nodigen, was het alsof ze zeiden: jij zal ook wel dood willen.’”
Bron: Impertinent, dat via het Frans in het Nederlands terechtgekomen is, komt van het Latijnse impertinens. Dat betekent ‘niet ter zake doende’ en is, door het ontkennende in- aan het begin, het tegendeel van pertinens ‘ter zake doende’. De woorden zijn afgeleid van het werkwoord pertinere ‘belangrijk zijn voor, betrekking hebben op’.
In juridische teksten kan impertinent nog steeds ‘niet ter zake dienend’ betekenen; in het gewone taalgebruik heeft het vaak de negatievere betekenis ‘onbehoorlijk, onbeschaamd’ of ‘onbeschoft’.
Pertinent heeft naast ‘ter zake dienend’ de betekenis ‘stellig, beslist, onmiskenbaar’. Het wordt tegenwoordig vooral als bijwoord gebruikt: iets is bijvoorbeeld ‘pertinent onjuist’.