Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

gesticuleren

betekenis & definitie

betekenis
(druk, heftig) gebaren maken

uitspraak
[ges-tie-ku-lee-ruhn]

citaat
"Hij richt regelmatig het woord tot het publiek, geeft hier en daar een woordje uitleg en staat er zelfs zo ontspannen bij dat hij enkele keren zowaar aan het gesticuleren slaat met intense armbewegingen die de muziek ondersteunen."
Bron: Flying Horseman, 25 november 2015, Handelsbeurs (Guy Peters, Enola.be, 27 november 2015)

woordfeit
Gesticuleren is in de zeventiende eeuw ontleend aan het Franse gesticuler 'gebaren maken, mime spelen'. Dat komt van het Latijnse gesticulari 'gebaren maken, gebarenspel opvoeren'. Dit woord is op zijn beurt een afleiding van gesticulus 'gebaartje', de verkleinvorm van gestus 'gebaar, houding, beweging'. En dat komt weer van gestum, het voltooid deelwoord van gerere 'uitvoeren'.
Het Latijnse gestus is in het Frans geste geworden, en dat woord kennen we in het Nederlands ook: het betekent ook 'gebaar', maar dan vooral in figuurlijke zin.