Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

fittie

betekenis & definitie

betekenis
ruzie

uitspraak
[fit-tie]

citaat
"Het koppel kwam terug van vakantie en was in een fittie verzeild geraakt."
Bron: Fransman dumpt gezin bij snelweg (J. Duijst, PowNed, 1 september 2015)

woordfeit
Fittie is straattaal voor 'ruzie' (en overigens ook voor 'lekker ding'). Het is vanuit het Surinaams, het Sranantongo, in Nederlandse straattaal terechtgekomen. Feti is Sranan voor 'ruziën, vechten'; het gaat terug op het Engelse to fight 'vechten'.
Fittie doet wel wat denken aan vitten 'ruziën (om niks)', maar daar is het niet mee verwant. Vitten is waarschijnlijk voortgekomen uit het oudere fitten 'passen, meten'. Van 'goed passen' en 'nauw sluiten' is de betekenis verschoven naar 'het nauw nemen' en 'te nauw nemen', oftewel 'ruziën'.