Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

EMPIRISCH

betekenis & definitie

UIT:
Mens leeft zelfs 'superoude' proefdieren eruit (Maarten Keulemans, de Volkskrant, 16 oktober 2012)

CONTEXT:
'Ik ben erg fan van dit soort EMPIRISCH onderzoek', zegt Janssen. 'En de empirie suggereert dat de theorie�n over ouderdom wellicht aangepast moeten worden.'

:
proefondervindelijk, op ervaring en waarneming berustend

UITSPRAAK:
[em-pie-ries]

WOORDFEIT:
Empirisch is via het Latijnse empiricus ontleend aan het Grieks. Het Griekse empeirikos (van en 'in' en peira 'proef') duidde een arts aan die werkte op basis van ervaringen en waarnemingen uit de praktijk, en niet op basis van theorie.
Wetenschappen zoals de natuurkunde en de biologie, die uitgaan van empirie, dat wil zeggen van de waarneming als bron van kennis, worden empirische wetenschappen genoemd.