Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

dissident

betekenis & definitie

betekenis
andersdenkend

uitspraak
[dis-sie-dent]

citaat
"Waar blijft de Corbyn, Tsipras of Iglesias van Nederland? Dat is een goede vraag. In de categorie oud-linkse politieke veteranen denk ik dan aan iemand als Adri Duivesteijn, die toch een soort van dissidente rebel in de PvdA is."
Bron: De vijf spannendste vernieuwers op links volgens René Cuperus (Rik Rutten, De Groene Amsterdammer, 21 september 2015)

woordfeit
In dit citaat is dissident een bijvoeglijk naamwoord, maar aanvankelijk was het een zelfstandig naamwoord. Dit Franse leenwoord betekende oorspronkelijk 'iemand die niet de staatsgodsdienst aanhangt'; sinds de negentiende eeuw wordt het vooral voor andersdenkenden in politiek opzicht gebruikt.
Het komt van het Latijnse dissidens, het tegenwoordig deelwoord van dissidere '(van mening) verschillen, verdeeld zijn'; dit woord is opgebouwd uit dis- 'uiteen' en sedere 'zitten'.