v./m., het reizen door de ruimte buiten de aardse dampkring.
© De ruimtevaart in de tweede helft van de jaren zeventig wordt gekenmerkt door een toenemende routinematigheid en commercialisering van de lanceringen en vluchten.
Het Amerikaanse ruimtevaartprogramma Na de gecombineerde Apollo-Sojoez-vlucht van juli 1975 waarbij een Apollo-cabine, bemand door T.P.Stafford, D.K.Slayton en V.D.Brand, in de ruimte gekoppeld werd aan een Sojoez-ruimteschip met aan boord A.A.Leonov en W.N.Koebasov, hebben de Amerikanen geen bemande ruimtevluchten meer gemaakt tot aan de eerste proefvlucht van de → Spaceshuttle in april 1981. Deze vlucht was meer dan drie jaar vertraagd door allerlei technische problemen bij de ontwikkeling van de Spaceshuttle. Een van de bijkomende gevolgen van deze vertraging was dat de geplande poging om → Skylab in een hogere baan te slepen met behulp van de Spaceshuttle niet doorging, waardoor het ruimtestation in de atmosfeer terechtkwam en in juli 1979 neerstortte. Op het gebied van de onbemande ruimtevluchten waren m.n. de vluchten van de Voyagers naar → Jupiter en → Saturnus een spectaculair succes. Het Europese ruimtevaartprogramma. De inspanningen van de ES A zijn vooral gericht op de ontwikkeling van de lanceerraket → Ariane, die een concurrent moet worden van de Amerikaanse lanceerraketten en de Spaceshuttle, m.n. als lanceerraket voor commerciële televisie- en communicatiesatellieten.
Het Ariane-project heeft een gevoelige klap gekregen door het neerstorten van de tweede Ariane kort na de lancering. De ES A heeft met de bouw van → Spacelab een zijdelingse bijdrage geleverd aan de bemande ruimtevaart. De Ned. natuurkundige Wubbo Ockels wordt opgeleid als bemanningslid van Spacelab. Onbemande ruimtevaartprojecten zijn de GEOS-satellieten en de → IRAS.
Het Russische ruimtevaartprogramma De Russen gaan nog steeds door met het uitvoeren van bemande ruimtevluchten. Steeds wordt een aantal kosmonauten (w.o. niet-Russische) met een Sojoez gelanceerd naar het ruimtestation Saljoet-6; zij worden daar bevoorraad door onbemande Progresruimteschepen. Op deze wijze hebben de kosmonauten L.Popov en V.Rjoemin het ruimterecord op 185 dagen gebracht. Nogal wat opschudding veroorzaakte het neerstorten van de Russische satelliet Kosmos-954 in jan. 1978 boven Canada, waarbij radioactief materiaal op Canadees grondgebied neerkwam.
Overige Ook Japan, China en India houden zich bezig met de ruimtevaart. Japan en China hebben reeds satellieten in een baan om de aarde gebracht; de eerste lancering van de Indiase raket in aug. 1979 werd een mislukking; de tweede in juli 1980 lukte wel. Afb.p.529,530.
